Wiscat oefenen

Voor alle studenten van de PABO is Wiscat een verplicht onderdeel  van de opleiding. Het is dus belangrijk om goed voorbereid te zijn. Bij rekentoetspabo.nl kun je de wiscat oefenen en je eigen goed voorbereiden!


Inhoudsopgave: 




Waarom Wiscat oefenen?

De Wiscat pabo toets is een belangrijk onderwerp. Je moet de toets halen voor de pabo. Daarvoor heb je 3 kansen, als je het niet haalt wordt je van de pabo afgestuurd. Daarom is het zeker belangrijk om te oefenen voor de Wiscat toets. En natuurlijk is het altijd fijn om voorbereid te zijn. Zo sta je ook niet voor verrassingen.


Wat je moet weten voordat je begint aan de wiscat toets

De Wiscat toets bestaat uit 50 vragen in totaal, het eerste deel bestaat uit 15 hoofdreken vragen. Voor dit deel heb 15 minuten de tijd. Het tweede deel bestaat uit de overige onderdelen verdeeld in 35 vragen. Hiervoor heb je 75 minuten de tijd voor. Bij hoofdrekenen mag je geen kladpapier gebruiken bij de andere onderdelen wel. Bij het tweede deel van de toets mag je een rekenmachine gebruiken. De rekenmachine zit in het programma verwerkt.


Onderdelen van Wiscat

Welke onderdelen komen voor in de rekentoets pabo? De rekentoets, ook wel de Wiscat genoemd maak je digitaal. De volgende onderdelen komen in de Wiscat aanbod:


Wiscat voorbeelden met uitleg

Delen:

Bij het delen wil je het geheel delen door een deel.

Voorbeeld som: je hebt een taart van 12 stukken. Je bent met 6 personen. Hoeveel stukken krijgt elk persoon: 12 : 6 = 2.


Als je gaat delen is het belangrijk dat je van links naar rechts werkt. Als je achterstevoren werkt of eerst het rechterdeel uitrekent dan is je antwoord fout.

Voorbeeld som : 20 : 4 : 10 =

4 : 10 = 0,4

20 : 0,4 = 50


Het antwoord is 50 en dat is fout want het moet 0,5 zijn :

20 : 4 = 5

5 : 10 = 0,5


Vermenigvuldigen:

Bij vermenigvuldigen maakt het niet uit in wat voor volgorde je werkt, want er komt altijd hetzelfde antwoord uit

Voorbeeld som: 8 x 2 = 16

2 x 8 = 16


1. Pythagoras:

Bij de stelling van Pythagoras bereken je de schuine zijde van een rechthoekige driehoek.


Voorbeeld som:

Rechthoekszijde (RZ) AC = 3

Rechthoekszijde (RZ)  AB = 4


Maak altijd gebruik van een rekenschema.

Zijde                     Kwadraat

RZ AC: 3

RZ AB: 4                     +

SZ BC: ?


Eerst bereken je de kwadraat van de zijde die je al weet.

Zijde                     Kwadraat

RZ AC: 3                     9

RZ AB : 4                    16                  +

SZ BC: ?                      ?


De som van de kwadraten van de rechthoekszijde is altijd gelijk aan het kwadraat van de schuine zijde.

Zijde                     Kwadraat

RZ AC:                        9

RZ AB :                       16                   +

SZ BC:                        25

Je weet nu het kwadraat van de schuine zijde. Nu reken je uit wat de wortel is van 25. Dit kan gewoon op je rekenmachine. De wortel van 25 = 5.

De lengte van de schuine zijde is dus 5.



Oppervlakte:

Bij het uitrekenen van de oppervlakte reken je altijd in vierkante meters. De eenheid die erbij hoort is  ².


Voorbeeld som :

Formule oppervlakte van een rechthoek is lengte x breedte.

De lengte van de rechthoek is 10 cm. De breedte van het rechthoek is 4 cm.

4 x 10 = 40 cm².



Voorbeeld som:

Formule oppervlakte van een cirkel is straal x straal x π of straal2 x π.

De straal van de cirkel is 20 m.

20 x 20 x π = 1256,6.

400 x π = 1256,6.




Voorbeeld som:

Formule oppervlakte van een driehoek is basis x hoogte x 0,5.

De basis van de driehoek is 6 cm. De hoogte van de driehoek is 4 cm.

6 x 4 x 0,5 = 12 cm².


Omtrek:

De omtrek van een figuur is de totale lengte van de buitenzijde. Bij de omtrek meet je in : mm, cm, dm, m, dam, hm of km.

Voorbeeld som:

Formule omtrek van een rechthoek is lengte + breedte + lengte + breedte.

De lengte van de rechthoek is 10 cm. De breedte van het rechthoek is 4 cm.

10 + 4 + 10 + 4 = 28 cm.




Voorbeeld som:

Formule omtrek van een cirkel is π x diameter.

De diameter van de cirkel is 40m.

π x 40 = 125,66 m.

Afgerond 125,7 m.



Voorbeeld som:

Formule omtrek van een driehoek is alle zijdes bij elkaar optellen.

6 + 6 + 4 = 16 cm.



Machtsverheffingen:

Het onderdeel machtsverheffingen bestaat uit 2 onderdelen: grondtal en exponent. Het grondtal schrijf je gewoon en de exponent schrijf je in het klein rechtsboven de grondtal.



Voorbeeld som:

64 (spreek je uit: zes tot de vierde).

64 betekent dat je de 6 vier keer moet vermenigvuldigen.

6 x 6 x 6 x 6 = 1296.

64 = 1296.



Hoofdrekenen:


Hoofdrekenen is het maken van berekeningen uit je hoofd. Je mag hierbij dus geen hulpmiddelen gebruiken. Tip: splits de cijfers.


Voorbeeld som:

57 + 32 = ?

32 wordt 30 en 2.

57 + 30 = 87.

87 + 2 = 89.



Breuken:

Bij breuken is het belangrijk om te weten dat het getal dat boven de streep staat de teller wordt genoemd, en het getal dat onder de streep staat heet de noemer.


Voorbeeld som:

Bij het optellen van breuken is het belangrijk dat de breuken een gelijke noemer hebben.

1/4 + 2/4 = 3/4.

1/4 + 2/5 = de noemer is niet hetzelfde, om de noemer gelijk te maken ga je een getal zoeken waar je de 4 en de 5 mee kan vermenigvuldigen.


Tip: om op een makkelijke manier het getal te zoeken vermenigvuldig je de 4 met de 5.

4 x 5 = 20. De noemer voor beiden breuken is 20.


Na het vinden van een gelijke noemer vermenigvuldig je de teller waar je de noemer mee hebt vermenigvuldigt.

1 x 5 = 5 = 5/20

2 x 4 = 8 = 8/20


Doordat de noemer hetzelfde is kun je het bij elkaar optellen.

5/20 + 8/20 = 13/2



Wiscat oefeningen

Je hebt geoefend met voorbeelden en uitleg, maar op de toets moet je het ook alleen doen! We hebben voor jou een paar oefeningen gemaakt die lijken op de vragen in de rekentoets pabo. Als je het even niet begrijpt neem dan een kijkje bij : Wiscat voorbeelden met uitleg. Succes!


Delen:

Heb je delen nog niet onder de knie? Bekijk de video voordat je begint met de opdrachten.


Oefeningen:

896 : 8 =

690 : 6 =

369 : 3 =

735 : 5 =



Antwoorden :

Vraag 1 = 112

896         :     8

800 –             100 x

96

80-                 10 x

16

16                    2 x

0                      112


Vraag 2 = 115

690          :          6

600 –                100 x


90

60-                    10 x

30

30-                    5 x

0                        115


Vraag 3 = 123

369          :       6

300 –                100 x

69

60 –                   20 x

9

9 –                      3 x

0                        123


Vraag 4 = 147

735            :       5

500 –                 100 x

235

200 –                 40 x

35

25 –                    5 x

10

10 –                     2 x

0                         147



Heb je nog moeite met het delen ? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.



Vermenigvuldigen:

Heb je het vermenigvuldigen nog niet onder de knie? Bekijk de video voordat je begint met de opdrachten.


Een gymzaal is 0,8 km lang. Maaike loopt 8,2 rondjes. Hoeveel kilometer heeft Maaike afgelegd in totaal?


Mike en Pim lopen langs de deuren voor een goed doel. Bij elke deur krijgen ze 4,50. In totaal zijn ze langs 13 huizen gegaan. Hoeveel geld hebben ze opgehaald?

5 x 122 =

16 x 4 =


Antwoorden :

6,56 km.

58,50 euro.

610.

64.

Heb je nog moeite met het vermenigvuldigen ? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.



2. Pythagoras:

Als hulpmiddel hebben we het rekenschema er al bij gezet.


Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ :

RZ :                                         +

SZ:

Lengte X =


Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ :

RZ :                                         +

SZ:

Lengte X =


Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ :

RZ :                                         +

SZ:

Lengte X =


Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ :

RZ :                                         +

SZ:




Antwoorden:

Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ : 6                          36

RZ : 8                          64          +

SZ: 10                        100

Lengte X = wortel van 100 is 10.


Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat

RZ : 9                         81

RZ :12                       144               +

SZ: 15                        225

Lengte X = 225 – 81 = 144. De wortel van 144 is 12.



Wat is de lengte van X ?


Zijde                     Kwadraat


RZ : 12                       144


RZ : 16                      256              +


SZ: 20                      400

Lengte X = de wortel van 400 is 20.



Wat is de lengte van X?


Zijde                     Kwadraat


RZ : 16                      256


RZ : 12                    144                   +


SZ: 20                      400

Lengte X = 400 – 256 = 144. De wortel van 144 is 12.


Heb je nog moeite met de stelling van Pythagoras ? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.



Oppervlakte:

Formules :

Rechthoek = lengte x breedte.

Cirkel = straal x straal x π of straal² x π.

Driehoek = basis x hoogte x 0,5.




Oppervlakte driehoek in m² =




Oppervlakte rechthoek in cm² =



Oppervlakte cirkel in m² =



Antwoorden :


Oppervlakte driehoek = formule van een driehoek is basis x hoogte x 0,5.

Basis is 7,5 m en de hoogte is 6 m.

7,5 x 6 x 0,5 = 22,5 m².




Oppervlakte rechthoek = formule van een rechthoek is lengte x breedte.

Lengte is 6 cm en de breedte is 2,5.

6 x 2,5= 15 cm².




Oppervlakte cirkel = formule van een cirkel is straal x straal x π of straal2 x π.

De diameter is 7,5 m en je moet de straal weten voor de formule. Je berekent de straal door de diameter : 2 te doen.

7,5 : 2 = 3,75 m.

3,75 x 3,75 x π = 44,178

44,178 afgerond 44,2 m².


Heb je nog moeite met de oppervlakte berekenen? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.



Omtrek:

Formules:

Rechthoek = lengte + breedte + lengte + breedte.

Cirkel =  π x diameter.



Omtrek  rechthoek :


Omtrek cirkel :




Antwoorden :


Omtrek rechthoek : formule van een rechthoek is lengte + breedte + lengte + breedte.

Lengte is 12 cm en de breedte is 4 cm.

12 + 4 + 12 + 4 = 32 cm.





Omtrek cirkel : formule van een cirkel is π x diameter.

π x 10 = 31,415.

Afgerond 31,4 cm.


Heb je nog moeite met de omtrek berekenen? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.


Machtsverheffen :

Heb je het onderdeel van machtsverheffen nog niet onder de knie? Bekijk dit kort filmpje voordat je begint met de opdrachten.



7^3 =

6^4

12^5 =

4^2 x 3^2 =grondgetal en exponent

6^7 =

3^2 x 6^2 =


Antwoorden :

7 x 7 x 7 = 343.

6 x 6 x 6 x 6 = 1.296.

12 x 12 x 12 x 12 x 12 = 248.832.

4 x 4 = 16 –  3 x 3 = 9 – 16 x 9 = 144.

6 x 6 x 6 x 6 x 6 x 6 x 6 = 279.936.

3 x 3 = 9 – 6 x 6 = 36 – 9 x 36 =  324.

Heb je nog moeite met machtsverheffen? Bekijk de uitgebreide uitleg en klik hier.



Hoofdrekenen:

Bij hoofdrekenen is het handig als je de tafels uit je hoofd kent. Rekenen met grote getallen is het handig om de getallen te splitsen.

3 x 4 =

6 x 7 =

9 x 2 =

5 x 9 =

8 x 3 =

564 + 366 =

824 + 158 =


Antwoorden :

1. 12

2. 42

3. 18

4. 45

5. 24

6.        500 + 300 = 800

           60 + 60 = 120

           6 + 4 = 10

           800 + 120 + 10 = 930


 7.       800 + 100 = 900

          20 + 50 = 70

           4 + 8 = 12

          900 + 70 + 12 = 982

Heb je nog moeite met hoofdrekenen? Bekijk de uitgebreide uitleg en handig tips en klik hier.



Breuken:

Heb je het onderdeel breuken nog niet onder de knie? Bekijk dit kort filmpje voordat je begint met de opdrachten.


6/7 x 1/8 =

4/6 x 1/7 =

7/8 x 6/7 =

3/7 x 5/7 =

3/7 x 3/5 =


Antwoorden :

3/28.

2/21.

3/4 .

15/49.

9/35.



Tips voorbereiding Wiscat

Tips zijn altijd handig! We hebben er een paar op een rijtje gezet.

1.  Regel  bijles.

Wanneer zelfstudie niet jouw ding is. Kun je er voor kiezen om een bijles of cursus te volgen.

2. Neem 3F door.

3F en de rekentoets pabo zijn niet hetzelfde maar de basis van 3F is zeker belangrijk. Het kan weggezakt zijn, neem het daarom even goed door voor de toets.

3. Hoofdrekenen is belangrijk!

Het hoofdrekenen is voor sommigen studenten niet hun beste vak. Zeker als leraar of lerares is het belangrijk dat je goed kunt rekenen. Tips voor hoofdrekenen :

  • Maak elke dag een rijtje sommen en neem dit rijtje door. Probeer het elke dag iets sneller! Maak plussommen, minsommen, keersommen en gedeeld door sommen.
  • Er zijn veel dagelijkse momenten waarbij je het hoofdrekenen kunt toepassen. Probeer dit uit je hoofd te doen, pak niet te snel je rekenmachine op je telefoon erbij.
  • Speel regelmatig spelletje waarbij je punten optelt. Denk aan : Ligretto, Yahtzee, Hartenjagen of Isis & Osiris.


Wiscat pabo oefenen

Wil je WisCAT pabo oefenen? Doe dan de WisCAT training. Met onze WisCAT training kun je levenslang veel gebruikte onderdelen van de rekentoets oefenen. Op deze manier zorg je ervoor dat je automatisch beter gaat presteren op de rekentoets, door middel van herkenning van de manier van vraagstelling en door het oefenen van de stof op de juiste manier! Klik hier om verder te gaan naar de WisCAT training.